
Moord in Triplo
Sterren: >< >< >< >< >
Auteur: A.C. Baantjer
Gelezen: 28-11-2019 tot 01-12-2019
Samenvatting:
Het Vonnis:
Wederom een vermakelijk, maar relatief simpel boekje over rechercheur De Cock en zijn collega Vledder. Ook in dit verhaal wordt weer vaak gebruik gemaakt van de terugkerende concepten. Hoewel dit soms tijdens het lezen tegen staat, geeft het mij bij dit boekje eerder een prettig en vertrouwd gevoel!
Ook ik mag tijdens het lezen van dit verhaal weer fijn gissen naar de daadwerkelijke dader. Deze komt dan ook uit een enigszins onverwachte hoek...
Lievelingspersonage:
Greetje van Loenen & Barbara Spaargaren
Greetje van Loenen is de prostitué waarbij de vermiste echtgenoot van Arendje van Nijmegen vermoord wordt gevonden in haar woning. Zij is hier niet schuldig aan, ze was niet eens thuis ten tijde van de moord. Wel heeft ze de dagen daarvoor met de echtgenoot samengeleefd. Hij is van Arendje weggevlucht naar Greetje en wilde bij haar niet meer vertrekken, en zij liet dat ondanks haar irritaties rondom zijn drankgebruik ook toe.
Barbara Spaargaren is een werkneemster van de overleden eerste man van Arendje van Nijmegen. Zij werkt in de huishoudwinkel die nu 'eigendom is van Arendje'. Laatstgenoemde wil de winkel echter verkopen en Barbara ontslaan.
Mooiste scène:
Rechercheur de Cock: Mij is iets ter ore gekomen over een man, van wie wordt gefluisterd dat hij opdrachten voor het uitvoeren van liquidatiemoorden accepteert.
Commissaris Buitendam: Zet het op papier, De Cock, dan zorg ik ervoor dat jouw proces-verbaal op het hoofdbureau bij mijn collega Van Wageningen belandt.
Rechercheur de Cock: Ik wil wel dat mijn gegevens bij Commissaris Van Wageningen terechtkomen, maar ik zet niets op papier. Ik weet precies wat er dan gebeurt. Ik krijg na enige dagen het proces-verbaal terug met de opdracht om mijn tipgever met zijn naam en adres nader te verhoren. En dat wil ik onder alle omstandigheden voorkomen. Ik wil mijn wetenschap aan u vertrouwelijk prijsgeven, onder de voorwaarde dat u ervoor zorgt dat mijn mededeling bij de juiste persoon terechtkomt. Zonder dat mijn naam wordt genoemd.
Commissaris Buitendam: Daar begin ik niet aan.
Rechercheur de Cock: Dan houdt alles op. Zonder dat u luid en duidelijk 'Eruit' roept, verlaat ik nu uw kamer en ik herinner mij niet dat ik dit gesprek ooit met u heb gevoerd.
Commissaris Buitendam: Waarom probeer je mij te manipuleren, De Cock?
Rechercheur de Cock: Ik werk bijna dertig jaar aan dit politiebureau in de Warmoesstraat. Ik heb als speurder vele successen geboekt. Een groot deel van die successen heb ik te danken aan de man die mij de mededeling heeft gedaan, die ik nu via u naar de juiste plek wil brengen.
Commissaris Buitendam: Ik begrijp het. Wat doe ik als Richard van Wageningen mij om nadere inlichtingen vraagt?
Rechercheur de Cock: Dat doet hij niet als u de juiste tekst gebruikt. U zegt eenvoudig: 'Hallo, Amice, mij heeft zojuist via een anoniem telefoontje de mededeling bereikt, dat ene Erik van Groesbeek opdrachten voor het uitvoeren van liquidatiemoorden accepteert'. Meer niet.
Commissaris Buitendam: Zo'n boodschap kan jij hem toch ook doorbellen?
Rechercheur de Cock: Ik ben zijn 'Amice' niet.
Het moment dat ik het boek het liefste door de kamer wilde slingeren:
Rechercheur de Cock: Ken jij ene Kareltje?
Smalle Lowietje: Dat jochie van Bleke Greetje?
Rechercheur de Cock: Precies... ken jij hem?
Smalle Lowietje: Een vies, goor, groezelig jochie. Zwaar aan de drugs, besteelt zijn moeder, besteelt eenieder die in zijn buurt komt.
Rechercheur de Cock: Tot een moord in staat?
Smalle Lowietje: Daar is hij nog niet aan toe. Te schijterig. Misschien in de toekomst.
Rechercheur de Cock: Kareltje in de opbloei.
Smalle Lowietje: Ik heb mij laatst eens kwaad gemaakt. Ik ken Bleke Greetje nog uit de tijd dat ze hier op de Wallen zat. Toen Kareltje voor de zoveelste keer een beroving had gepleegd, vroeg ze of ik eens de rechtszitting wilde bijwonen. Ze moesten, zo vond Greetje, Kareltje maar eens een flink poosje opsluiten.
Rechercheur de Cock: Ben je geweest?
Smalle Lowietje: Ik maakte mij in de rechtszaal woest op de advocaat, de verdediger van Kareltje. Zo'n melkmuil met een verschoten spijkerbroek onder zijn toga. Die hemelde Kareltje op tot een complete heilige, gewassen en verschoond, klaar voor de hemelvaart.
Rechercheur de Cock: En daar maakte jij je kwaad over?
Smalle Lowietje: Die rechters trapten in het verhaal van die advocaat. Ze kweken tegenwoordig crimineeltjes. Binnen een maand was hij vrij en pleegde zijn volgende beroving.
Dit wil ik later echt nog met iemand bespreken:
Rechercheur Vledder: Je moet toch met je tijd meegaan. Je kunt de computer in onze huidige samenleving niet meer negeren. Het is geen exclusief speeltje meer. Elk kind werkt tegenwoordig met een computer, dat doen ze al op de basisschool.
Rechercheur de Cock: Ik ben geen kind van nu. Naar mijn gevoel ben ik een man uit de negentiende eeuw... de eeuw van de trekschuit, de diligence en de Goudse Pijp... een eeuw ook, waarin men geloofde dat de mens bezig was om naar een volmaakt wezen uit te groeien.
Rechercheur Vledder: Hoe volmaakt?
Rechercheur de Cock: Zo volmaakt als God dat bij Zijn schepping moet hebben bedoeld. Een evenwichtig mens, waaruit alle boosheid is verbannen.
Rechercheur Vledder: Een Utopie!
Rechercheur de Cock: De twintigste eeuw met twee gruwelijke wereldoorlogen heeft die droom van volmaaktheid wreed verstoort. Ik ben zo langzamerhand tot de overtuiging gekomen, dat de mens die gedroomde volmaaktheid nooit zal bereiken...
Rechercheur Vledder: Wat heeft de Goudse Pijp daar mee te maken, als ik vragen mag?
Rechercheur de Cock: Een schitterende vondst uit de negentiende eeuw. Met de Goudse Pijp werd vooral tijdens roerige vergaderingen gerookt. Het roken van de Goudse Pijp was dikwijls een verplichting om beladen vergaderingen te mogen bijwonen. De Goudse Pijp had een dunne, vrij lange steel. Men moest er heel voorzichtig mee omgaan. Wanneer een man zijn waardigheid verloor, emotioneel reageerde en daarbij ongecontroleerde bewegingen maakte, dan was de kans groot dat de broze steel van zijn Goudse Pijp brak. Schande! Het was een bewijs dat die man nog ver van zijn volmaaktheid was verwijderd.
Rechercheur Vledder: Onzin. Waarom zou een man zijn emoties niet mogen tonen, desnoods ten koste van een gebroken pijp?
Rechercheur de Cock: Dat is nou de levende gedachte van de twintigste eeuw, een eeuw waar ik naar mijn gevoel per ongeluk in terecht ben gekomen. Ik ben simpel gezegd meer dan een eeuw te laat geboren. Ik hoor hier in feite niet thuis.
Waarom een nekschot? Waarom kiest een moordenaar voor die plek? Een goed gericht nekschot is altijd dodelijk. De kogel vernietigt het verlengde merg... het medulla oblongata... en daar komen vrijwel alle vitale zenuwdraden van ons lichaam tezamen. Het verlengde merg is in feite de plek van onze ziel. Ik heb in mijn jonge jaren de gewoonte om bij een sectie naar het slachtoffer te wijzen en de lijkschouwer te vragen of de man of de vrouw nu ontzield was. Daar waren vrijwel alle pathologen-anatomen het wel mee eens. Bij de dood is de ziel uit het lichaam verdwenen, het lichaam is dus ontzield. En als ik hun dan vroeg om mij in het lichaam de plek aan te wijzen vanwaar die ziel was vertrokken, dan wees men in de meeste gevallen het verlengde merg aan als de plek waar de ziel tijdens het leven van het slachtoffer was gehuisvest.
- Rechercheur De Cock