
Het Duel in de Nacht
Sterren: >< >< >< ><
Auteur: A.C. Baantjer
Gelezen: 10-11-2019 tot 12-11-2019
Samenvatting:
Op een morgen wordt aan het politiebureau Warmoesstraat een rouwkaart bezorgd. Het overlijdensbericht van 'Frederik Fluweel', bij zijn leven al een legende als kundig inbreker, zet rechercheur De Cock (met ceeooceekaa) aan het denken. Hij herinnert zich dat Frederik van Fluijtenberg, alias Frederik Fluweel, jaren geleden de kluis leegroofde van de Banque National de Lyondas. De buit werd nooit teruggevonden, maar Frederik Fluweel meldde zich wel bij de Nederlandse politie. Hij werd tot zeven jaar gevangenisstraf veroordeeld, maar ontsnapte uit de Bijlmerbajes.
De Cock en Vledder raken beroepsmatig in Frederik Fluweel geïnteresseerd, wanneer in verband met deze inbreker een aantal mysterieuze moorden plaatsvinden. Ze raken verzeild in een van de spannendste zaken uit hun loopbaan, die hen voert naar Baarn en Brasschaat.
Het Vonnis:
Een leuk boekje, wat lekker vlot weg leest. Soms is het verhaal ietwat verwarrend, want is Frederik van Fluijtenberg nu wel of niet dood? En als hij wel dood is, is hij dat dan pas sinds kort of eigenlijk al jaren? Hoewel dit soms wat verwarrend is, is het niet echt storend. Het hoort juist bij de mysteries in dit verhaal en rondom Frederik Fluweel.
Leuk dat vaste gebeurtenissen uit de andere boeken (bijvoorbeeld het standaard glaasje cognac bij Smalle Lowietje in het etablissement) net even anders lopen dan gewoonlijk. Dit houdt het toch wat verfrissend en leuk om de Baantjer serie te blijven lezen!
Lievelingspersonage:
Frederik van Fluijtenberg
Frederik van Fluijtenberg, alias Frederik Fluweel, is de persoon waar dit hele verhaal om draait. Hoewel hij al drie jaar dood is, worden er nu rouwberichten rond gestuurd en zou hij pas kort geleden zijn overleden. Tijdens zijn leven als fervent inbreker, was hij misschien niet zo'n slechte crimineel als hoe iedereen hem kent. Van de laatste mooie buit die hij heeft gestolen, is iedere cent verdwenen. Alleen hij weet waar het is gebleven. Vermoedelijk heeft hij al het geld geschonken aan een onderzoekscentrum voor Multiple Sclerose, een vreselijke zenuwziekte waaraan hij al meerdere geliefden had zien wegkwijnen.
Mooiste scène:
Rechercheur de Cock: U had voor vanmiddag een afspraak met de notaris?
Wouter van Fluijtenburg: Inderdaad.
Rechercheur de Cock: Waarover wilde u hem spreken?
Wouter van Fluijtenburg: Walter en ik wonen beiden in België, in Brasschaat. Deze enveloppe hebben wij vanmorgen gekregen met de post.
Rechercheur de Cock: Het overlijdensbericht, van Frederik Johannes van Fluijtenberg... oom van u beiden.
Wouter van Fluijtenburg: Dit is een gore grap... een vieze stinkende gore grap. Frederik Fluweel is al drie jaar dood. En ligt begraven op Sint Barbara. Dat weet u?
Rechercheur de Cock: Ik heb gistermorgen zijn graf gezien... vak B, nummer 27... met een monumentale grafsteen van glimmend rood graniet.
Walter van Fluijtenburg: Die steen heb ik voor hem uitgezocht, Frederik Fluweel zei altijd; jongens... in ons vak moet je keihard zijn... een hart bezitten van vlammend rood graniet.
Rechercheur de Cock: Het vak van transporteurs? Stoere chauffeurs... wilde truckers... onverschrokken ridders van de grote weg?
Wouter van Fluijtenburg: Wij... eh, wij kennen uw reputatie. Rechercheur De Cock is in onze kringen een begrip. Ik neem onvoorwaardelijk aan, dat u inmiddels over ons voldoende bent geïnformeerd... dat u de organisatievorm kent, die Frederik Fluweel gebruikte om zijn activiteiten te ontplooien.
Het moment dat ik het boek het liefst door de kamer wilde slingeren:
Commissaris Buitendam: Ga zitten, De Cock.
Rechercheur de Cock: Ik blijf liever staan.
Commissaris Buitendam: Zoals je wilt. Hoewel jouw gedrag, De Cock, in het verleden dikwijls enige correcties behoefde, heb ik jou in de meeste gevallen ongestoord je gang laten gaan. Daarbij gold als overweging, dat je als rechercheur vaak uiterst succesvol was... een feit, waarvoor ik mijn ogen niet heb willen sluiten.
Rechercheur de Cock: Waarom... waarom zo'n omhaal van woorden? Zeg gewoon rechtuit wat u op het hart hebt.
Commissaris Buitendam: Ik heb vanmorgen onze officier van justitie een paar maal aan de lijn gehad. Meneer de officier is van diverse zijden benaderd over het feit, dat jij en Vledder jullie tijd verdoen aan een zinloos onderzoek.
Rechercheur de Cock: Een zin-loos onderzoek?
Commissaris Buitendam: Er wordt beweerd dat jij bent ingegaan op... eh, wat men een macabere grap zou noemen.
Rechercheur de Cock: Wie zijn die 'di-ver-se zij-den'?
Commissaris Buitendam: Wat bedoel je?
Rechercheur de Cock: Ik wil weten door wie de officier van justitie is benaderd... welke mensen tot het oordeel zijn gekomen, dat ons onderzoek zinloos is... wie de kwalificatie 'macabere grap' heeft uitgedacht?
Commissaris Buitendam: De officier van justitie is jou geen tekst en uitleg verschuldigd... op hem rust geen enkele verplichting om jou te vertellen wie zijn zegslieden zijn.
Rechercheur de Cock: Maar op basis van diezelfde zegslieden meent hij wel te mogen concluderen, dat ik mij bezighoud met een zinloos onderzoek... een macabere grap. Zeg uit mijn naam tegen... tegen de officier van justitie dat de grap is begonnen en dat ik mijn zinloos onderzoek doorzet. En u behoeft mij ook de deur niet te wijzen... die kan ik zelf wel vinden.
Dit wil ik later echt nog met iemand bespreken:
Richard Roosendaal: Patricia en ik zijn totaal in de war. De ontdekking, dat oom Frederik al drie jaar geleden is gestorven, heeft ons diep geschokt. We hadden er min of meer op gerekend, dat hij ons iets van zijn geweldige vermogen zou nalaten. In verband met de ziekte van Patricia kunnen wij dat geld heel goed gebruiken. Wij hopen dat u ons wilt helpen. Wij willen weten waar en hoe oom Frederik stierf en wat er na zijn dood met zijn bezit is gebeurd.
Rechercheur de Cock: U en Patricia waren ervan overtuigd, dat u tot de erfgenamen van oom Frederik behoorde?
Richard Roosendaal: Oom Frederik heeft altijd gezegd, dat wij in zijn testament stonden.
Rechercheur de Cock: Bij welke notaris heeft uw oom zijn testament laten opmaken?
Richard Roosendaal: Daar is nooit over gesproken.
Rechercheur de Cock: Notaris van den Hoeve.
Richard Roosendaal: Die... eh, die naam stond op de rouwcirculaire.
Rechercheur de Cock: Vanmiddag besloot iemand, dat het beter was, dat de notaris er verder voor eeuwig het zwijgen toe deed. Hij werd vermoord. Vermoedelijk omdat Notaris van den Hoeve de nalatenschap van uw oom regelde. Drie jaar geleden. Het vermogen van uw oom ging naar zijn beide neven Wouter en Walter van Fluijtenberg.
Richard Roosendaal: Dat... eh, dat kan niet. Dat mag niet... dat... eh. Dat... eh, dat kan niet waar zijn. Oom Frederik... oom Frederik mocht hen niet. Hij kon hun bloed wel drinken.
Wouter en Walter beraamden een plan en ontvoerden hun oom... tegen zijn zin... uit de Bijlmerbajes, brachten hem naar zijn villa aan de Zuidelijke Wandelweg en eisten hun aandeel in de buit. Frederik Fluweel weigerde. Ook na enige martelingen wilde hij niet zeggen waar dat geld was gebleven. Wouter van Fluijtenberg had echter nog een pijl op zijn boog... scopolamine. Waarheidsserum. Scopolamine is een alkaloïde, dat vooral voorkomt in planten van de familie van de nachtschade. Het beïnvloedt het centrale zenuwstelsel en belemmert de wil. Mensen de onder de invloed van scopolamine verkeren hebben een verminderde geestelijke weerstand en blijken vaak bereid om naar waarheid te antwoorden op de gestelde vragen... vandaar waarheidsserum. Wat er nu precies in die villa is gebeurd, zal wel nooit helemaal duidelijk worden. Vermoedelijk gaf Wouter zijn oom een overdosis aan scopolamine. Hij stierf, zo bekende Walter zijn vriendin later, onder hun handen. - Rechercheur De Cock