Geen Excuus voor Moord

10-12-2019

Sterren:       >< >< >< >< ><
Auteur:        A.C. Baantjer
Gelezen:     10-12-2019


Samenvatting:

Een jonge vrouw komt de hulp inroepen van rechercheur De Cock van het aloude politiebureau aan de Warmoesstraat. Ooit is ze eens bijgestaan door de ervaren rechercheur, die haar een stalker van het lijf wist te houden. Maar ze is te laat. Niemand heeft kunnen verhinderen dat haar echtgenoot zich heeft verhangen.
Het is het begin van een macabere zaak, waaraan de oude rechercheur De Cock (met ceeooceekaa) en zijn collega Vledder beginnen zonder enige ambtelijke of justitiële dekking. Sterker nog, de officier van justitie werkt hen zelfs tegen. De beide rechercheurs dringen door tot de beklemmende sfeer die in een bankgebouw heerst en stuiten op een valkuil vol getreiter van het personeel onderling.


Het Vonnis:

Wederom een leuk boekje over rechercheur De Cock, uit de gelijknamige serie van auteur A.C. Baantjer. Ook dit verhaal leest als vanouds lekker vlot weg en bevat veel terugkerende gebeurtenissen. Van de ene zijde heeft het boek een lekkere wintersfeer, door de periode waarin het verhaal zich afspeelt. Van de andere zijde heeft het boek helemaal geen winterse sferen door de macabere moorden die elkaar in een snel tempo opvolgen.

Jammer dat ik van te voren per ongeluk al wist wie de dader uit dit verhaal zou zijn. Ik houd namelijk via een app op mijn telefoon bij welk boek in aan het lezen ben en dan vooral op welke pagina ik ben gebleven. Helaas ben ik zo'n persoon die haar boekenlegger nog al eens kwijt weet te raken, dus dat is in principe een prima oplossing. Toen ik dit boek wilde toevoegen aan mijn boekenlijst, zag ik dat iemand heel én public in een reactie de naam van de dader heeft toegevoegd. Gelukkig heeft dit mijn leesplezier totaal niet aangetast!


Lievelingspersonage: Cynthia de Vries &
                                      Reindert de Vries

Cynthia de Vries is de vrouw die zich helemaal aan het begin van het verhaal naar rechercheur De Cock spoedt met de vraag of hij met haar man kan praten. Ze werkt bij de IJsselsteinse Bank, waar onder het personeel veel wordt getreiterd. Ze is hier zelf, op wat betastingen na, niet echt slachtoffer van. Haar man, die zelfmoord heeft gepleegd, echter wel.

Reindert de Vries is de vader van Cynthia de Vries. Hij heeft op jongere leeftijd ook bij de IJsselsteinse Bank gewerkt en is zelfs toen al heel erg getreiterd. Hij heeft onterecht ontslag gehad en heeft zijn kwelgeesten nooit vergeven wat zij hem hebben aangedaan. Nu diezelfde kwelgeesten het op zijn bloedeigen dochter en haar man hebben gemunt, probeert hij laatstgenoemden op zijn eigen manier in bescherming te nemen...


Mooiste scène:

Rechercheur de Cock:   Waarom heb je ons niet meteen gezegd dat Derk door zijn chef werd gepest? Waarom heb je ons niet direct verteld dat van Loosduinen zich jegens jou ongewenste intimiteiten veroorloofde? Al die dingen heb ik vandaag van anderen moeten horen?

Cynthia de Vries:         Ik zat in een moeilijk parket. Ik wilde de toekomst van Derk niet in de waagschaal stellen. Derk stond op het punt om genomineerd te worden voor een bevordering.

Rechercheur de Cock:    En van Loosduinen had daarbij een vinger in de pap? Ik bedoel: het hing mede van hem af of die bevordering ook werkelijk zou plaatsvinden?

Cynthia de Vries:            Bovendien stond ook mijn positie ter discussie. Ik werkte al langer bij de IJsselsteinse Bank dan Derk en had nog dit jaar recht op bevordering. Achteraf is het dat alles niet waard geweest. Ik had Van Loosduinen op zijn vette bek moeten timmeren toen hij aan mij zat, net zoals ik dat vroeger eens heb gedaan.

Rechercheur de Cock:    Praat jezelf geen schuldgevoelens aan. Dit is een nodeloze kwelling. Jij hebt geen schuld aan de dood van Derk. Prent dat goed in je hersenen. Ik heb in mijn lange rechercheleven vele zelfmoorden moeten onderzoeken. Mijn ervaring is, dat zelfmoorden vaak worden gepleegd om bij de nabestaanden gevoelens van schuld te kweken. Jij bent nog jong. Er komt beslist nog wel eens een man in je leven... een geestelijk sterkere vent.

Het moment dat ik het boek het liefst door de kamer wilde slingeren:

Marga ter Braak:           Hendrik van Nuenen heeft mij een paar weken geleden, toen wij 's avonds samen op de afdeling overwerkten, met geweld over zijn bureau heen gedrukt en mij verkracht.

Rechercheur de Cock:   En wat heeft dat met de zelfmoord van Van Nuenen te maken?

Marga ter Braak:     Hij zal bang zijn geweest dat ik bij de zedenpolitie aangifte van die verkrachting zou doen.

Rechercheur de Cock:   Hebt u dat overwogen? En de heer van Nuenen wist dat?

Marga ter Braak:     Zeker. Absoluut. De heer Van Loosduinen heeft hem dat persoonlijk medegedeeld.

Rechercheur de Cock:   Op uw verzoek? Hebt u aan de heer Van Loosduinen gevraagd om dat te doen?

Marga ter Braak:             Niet op mijn verzoek. Ik denk dat de heer Van Loosduinen als chef van onze afdeling dat gepast vond.

Rechercheur de Cock:   Hebt u na die... eh, die verkrachting nog contact met de heer Van Nuenen gehad? Hebt u hem zijn daad verweten? Op het moment dat hij u overweldigde, of later?

Marga ter Braak:                Nee. Wanneer? Wij hebben geen woorden samen gewisseld.

Rechercheur de Cock:     Hebt u zich niet verweerd, hebt u geroepen dat hij het niet moest doen? Het was een... eh, een emotieloze verkrachting?

Marga ter Braak:               Nee. Wat... eh, wat wilt u daarmee zeggen?

Rechercheur de Cock:    Dat ik geloof, dat er nooit een verkrachting is geweest... dat u die gehele affaire hebt verzonnen. Ik vraag u nogmaals, hebt u die verkrachting verzonnen?

Marga ter Braak:               Dat heb ik niet.

Rechercheur de Cock:    Die heeft dus werkelijk plaatsgevonden?

Marga ter Braak:              Er was geen verkrachting.

Rechercheur de Cock:    Hoe is die hele verkrachtingsaffaire dan ter sprake gekomen?

Marga ter Braak:              Ik heb die niet verzonnen... maar de heer Van Loosduinen.

Dit wil ik later echt nog met iemand bespreken:

Rechercheur de Cock:  Er waren op de school waar ik zat, ook van die klieren die bepaalde kinderen pestten. Toen ik zo'n gepest jochie eens in bescherming nam, richtten zij hun treitergedrag op mij. Ik had toen al van die kolenschoppen.

Rechercheur Vledder:    En daar kon je zo goed mee overweg?

Rechercheur de Cock:   Ik heb ze één voor één afgeranseld. Nooit geen last meer gehad.

Rechercheur Vledder:    Dat heet tegenwoordig mishandeling.

Rechercheur de Cock;   Toen ook. Maar een robbertje eerlijk vechten behoorde tot je opvoeding. Daar nam niemand aanstoot aan. En met een blauw oog behoefde je niet naar de intensive care.

Rechercheur Vledder: Je bedoelt, dat er bij zo'n robbertje vechten geen stiletto's of vlindermessen werden getrokken?

Rechercheur de Cock:   Die dingen bestonden voor ons niet. Wij hadden nooit van vlindermessen of stiletto's gehoord. Revolvers kenden we alleen van de cowboyfilms in de bioscoop. Een kaartje op zaterdag- en woensdagmiddag kostte toen slechts een dubbeltje. Ik herinner me dat nog levendig. Ik was gek op die cowboyfilms. Het wereldbeeld dat in die films werd getoond, was rechtlijnig en verrassend eenvoudig. Daar hield ik toen al van. De held droeg een witte hoed, was gladgeschoren en had een parelend gebit. De boeven droegen zwarte hoeden, hadden een stoppelbaard en verrotte tanden. En de held won. Zonder mankeren.
In mijn jonge jaren bij de politie had men nog prachtige signalementen. Daar kon je nog eens iets mee. Een gezochte moordenaar of dief had bijvoorbeeld een bochel, een pukkel op zijn neus, een bult boven zijn rechteroog, een scheve kaak of een hazenlip. Dat soort kenmerken zie je niet meer. De plastische chirurgie heeft het voor ons niet makkelijker gemaakt.


"Hetzelfde recept?". Zonder op antwoord te wachten bedekte hij de bodem van drie diepbolle glazen, want Smalle Lowietje dronk er altijd eentje mee. Ze namen voorzichtig hun glas op, warmden de cognac in de holte van hun handen, snoven en proefden met kleine teugjes. Het was een ernstige, ingetogen ceremonie, die de kleine café houder en de twee rechercheurs bij elk samenzijn opvoerden... ernstig, devoot als gold het een religieuze gebeurtenis. De Cock vertoefde graag in het schemerig intieme lokaaltje op de hoek van de Oudezijds Achterburgwal en de Barndesteeg, waar opzichtige meisjes van de vlakte even kwamen rusten van hun vermoeiende dienstbaarheid aan Eros, de veeleisende. De oude rechercheur had zo zijn vaste plaatsje achterin, aan de bar. Vanaf die plek had hij een goed zicht over het gebeuren. Hij werd als politieman niet graag door plotseling oplaaiende emoties verrast. Het Walletjesvolk, zo wist hij, was van nature licht ontvlambaar. Hoewel Smalle Lowietje in zijn veelbewogen leven bijna alles had gedaan wat God in Zijn milde wijsheid en het Wetboek van Strafrecht in ambtelijke starheid hadden verboden, beschouwde de grijze speurder hem als een vriend. Eb dar was wederkerig. Het feit dat De Cock uitdrukkelijk het recht vertegenwoordigde, deed daar geen afbreuk aan.
                                            - A.C. Baantjer/De Cock en Geen Excuus voor Moord


© 2024 Blixyz Boeken Blog. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin