De Dood van de Helende Meesters

10-09-2019

Sterren:       >< >< >< ><
Auteur:        A.C. Baantjer
Gelezen:     09-09-2019 tot 10-09-2019


Samenvatting:

Uit de Kliniek van de Helende Meesters verdwijnt op een dag een plastisch chirurg. Niet zijn drie collega's van de kliniek waarschuwen de politie, maar een mooie veertigjarige vrouw. Zij was voor een 'kleine correctie' onder behandeling van de nu verdwenen chirurg. Tussen hem en haar ontstond in korte tijd een liefdesrelatie. Nadat bleek dat de chirurg al een paar dagen niet te vinden was, schakelde zijn rechercheur De Cock (met ceeooceekaa) in.

Wat op een eenvoudige en waarschijnlijk slechts tijdelijke verdwijning lijkt, groeit uit tot een drama, waarbij het aantal verdachten met de dag groeit. Dat geldt ook voor het aantal moorden. Het is aan De Cock en Vledder om uit de wirwar van mogelijkheden op te maken wie de echte dader is. Vledder heeft vanaf het begin zijn twijfel: 'De Cock, dit wordt de eerste zaak die je verknoeit!'. Is dat zo?


Het Vonnis:

Dit was het voorlopig laatste boekje wat ik over De Cock lees. Niet omdat ik de serie beu ben, maar omdat ik de rest van de serie simpelweg nog niet in mijn bezit heb.

Een wat lichter, en simpeler, verhaal. Het heeft veel weg van een opeenstapeling aan verdachten, en aan moorden. Hierdoor kom ik minder goed in het verhaal en heb ik een miniem beeld van de personages. Jammer!


Lievelingspersonage: Vledder & De Cock


Mooiste scène:

De Cock keek opnieuw op zijn horloge. Het was drie minuten voor acht. De grijze speurder voelde hoe de spanning zijn bloeddruk opstuwde. Zijn oude hart pulseerde in de toppen van zijn vingers. Die momenten van spanning, zo wist hij, kostten hem jaren van zijn leven.

Fred Prins:                      Er staat een man voor de deur. Hij kijkt om zich heen en weifelt. Zal ik naar hem toe lopen?

Rechercheur de Cock:   Nee... niets doen. Hij moet zich onbespied wanen en uit zichzelf naar binnen gaan.

De Cock zuchtte diep. Hij tuurde door het gordijn en rilde. Vanuit de brede gang kwam een man de tempelruimte binnen. Hij liep traag, met een iets gebogen hoofd, door het middenpad langs lange rijen lege kerkbanken op Michel-Jan van Nimwegen toe. Even bleef hij voor hem staan, toen trok hij de houten stoel, waarop De Cock had gezeten, naar zich toe en nam tegenover hem plaats. De Cock gaf Vledder een duw. De jonge rechercheur stormde door een opening in het hemelsblauwe gordijn naar voren. De man stond geschrokken op, wierp de stoel om en vluchtte in de richting van de brede gang. Nog voor hij die had bereikt, stortte Fred Prins zich bovenop hem. Hij hield hem met zijn borst op de vloer en nam zijn armen in een greep.

Het moment dat ik het boek het liefst door de kamer wilde slingeren:

Rechercheur de Cock:       En de dood van Henry?

Marcel van Diemen:           Ik treur niet om zijn dood. Absoluut niet. De moordenaar was naar mijn gevoelens nog veel te humaan. Leegbloeden is een zachte dood.

Rechercheur de Cock:       U zit tot aan uw nekharen vol frustraties en complexen.

Marcel van Diemen:      Verder nog, tot aan mijn schedeldak. Toen ik via collega Peter van Houten hoorde dat Henry was vermoord, heb ik heimelijk zijn moordenaar geprezen. Ik... eh, ik was blij met zijn daad... blij, dat een ander het voor mij had gedaan.

Rechercheur de Cock:       U... eh, u liep met moordplannen rond?

Marcel van Diemen:      Ik... eh, ik speelde wel eens met de gedachte hem van het leven te beroven... overdacht op welke manier ik dat zou doen.

Dit wil ik later echt nog met iemand bespreken:

Rechercheur de Cock:     Uw vader is vermoord. Ik neem echter niet aan dat het in Gods naam is gebeurd.

Julius van Nimwegen:      Ik zou er maar niet zo zeker van zijn dat bij de moord Gods naam niet is gebruikt. Volgens mij is dit het werk van mijn oudste broer... Michel-Jan... een onverzoenlijk godsdienstfanaat... kil en meedogenloos. Michel-Jan haatte mijn vader. Hij haatte hem om hetgeen hij onze moeder heeft aangedaan... hij haatte hem om zijn turbulente levensstijl... zonder God of gebod... hij haatte mijn vader zo intens, dat hij zijn bloed wel kon drinken. En het zou mij ook niets verbazen, als hij dat ook in werkelijkheid heeft gedaan.

Rechercheur de Cock:       Zijn bloed drinken?

Julius van Nimwegen:        Michel-Jan... daartoe is hij in staat.


Ik pas de wet in alle redelijkheid toe. Precies... mijn redelijkheid. Ik handel naar mijn eer en geweten en daarmee heb ik nog nooit iemand benadeeld. Integendeel, ik heb door mijn gevoel van redelijkheid een grote reeks moorden tot klaarheid gebracht, die anders onopgelost waren gebleven.
                                                                                               - Rechercheur De Cock


© 2024 Blixyz Boeken Blog. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin
Wij gebruiken cookies om onze website goed te laten functioneren en te beveiligen, en om je de best mogelijke gebruikerservaring te bieden.

Geavanceerde instellingen

Je kunt jouw cookievoorkeuren hier aanpassen. Schakel de volgende categorieën in of uit en sla de selectie op.